D-day 19 maart 2019

…..uit het dagboek van Ron

Het ’tassen principe’….
Wel eens verhuisd of geholpen met verhuizen? Meestal werkt het zo: Klauw je huis leeg en duw dat in dozen.

Bij voorkeur zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk karton. Dat is lekker goedkoop! De verhuizers, meestal vrienden, familie en soms echte, zijn het bokje. Te zwaar beladen met maar 1 doos in je handjes probeer je de smalle steile trap van zolder te nemen. En dan nog eens de trap naar de BG.
Het risico dat jouw verhuizers het halverwege de dag afleggen is een risico en dan heb ik het nog niet over de naweeën: spierpijn, rugklachten en natuurlijk het gefoeter.

In 5 maanden tijd zijn we 2 maal verhuisd en vandaag de ‘grote’ verhuizing. Drie keer de huisraad in handen, twee keer hebben, heel tof, familie en vrienden ons geholpen. Vandaag mogen de profs zich bewijzen. Tja, hoe houden we onze vrienden en familie te vriend na de eerste verhuizing en warm voor de volgende? De profs van vandaag willen we ook terugzien met onze huisraad in ons nieuwe stekkie in Oostenrijk, zonder het risico te lopen dat de heren chauffeurs onderweg bewust een andere afslag nemen. Nu durf ik wel te beweren dat ik geleerd heb van heel veel helpen bij het verkassen van huisraad van vrienden en familie. Hoe vaak ik halverwege de trap naar beneden, met een veel te zware doos gevuld met boeken van zolder, dacht iets vanuit mijn rug te horen, wat niet tot de normale gang van zaken behoort. Nee, dozen, en vooral diegene die ze vullen, moeten we zien te ontduiken.

Mijn vroegere aannemer – baas zei wijs: Ronny boy, neem niet 1, maar twee gereedschapskisten mee. Één in elke hand. Scheelt tijd en je rug! Goed, je tilt je nog een breuk, maar het werkt veel beter. Een slimme man die ouwe baas van mij. Uiteindelijk komt het op verdeel en blijf gezond aan.
Wat nu als we dat principe inzetten door grote boodschappen tassen te vullen? Dat werkt verbazend goed. Vooral die van de Lidl zijn lekker groot en lekker goedkoop. Hele trossen tassen trokken we bij de Lidl vandaan, ik denk wel meer dan 50 stuks.

Grote knikkers vanachter de kassa. ‘Die meneer is zot geworden, daar istie nu alweer’, zou ze gedacht hebben: ’10 mega tassen voor een kuipje boter en een gesneden ‘knip’. De afgelopen twee keer dat we verkast zijn hebben we de tassen vol gelaten opgestapeld in een kamertje of een gang, klaar voor de volgende verhuizing. Geeft geen extra gezellig sfeertje in huis, wel zo makkelijk.

06. 30 h
Vroeg op. Onze bedden moeten nog uit elkaar. Eerst koffie! Ik voel me vol energie maar ook onwezenlijk. Vandaag gaat het gebeuren, de ‘grote verhuizing’, onze emigratie, het avontuur. Peet is al op en is druk in de weer met spullen bij elkaar te rapen voor de tussenstop in Heidelberg. Die spulletjes stoppen we in onze auto samen met Brammetje de kat. Die gaat ook mee.
Eigenlijk zijn we snel klaar en is het wachten op de verhuizers. In januari heb ik contact gehad met verschillende verhuizers. We hebben gekozen voor een verhuizer uit Esbeek. Vriendelijk en voor een beschaafde prijs. De beste man is helaas voor een ingrijpende behandeling in het ziekenhuis beland. Of ik contact wil onderhouden met Bas. Die regelt het verder.
Klein probleempje: Bas zou heel vroeg komen, want we willen zo rond half twee vertrekken, inmiddels acht uur, geen Bas. Negen uur ook niet! Ik begin me een beetje zorgen te maken. Hebben we de juiste verhuizer aangeschoten? Ik ben uit verveling en tot vermaak van Benjamin met een spelletje ‘pesten’ begonnen.  Harry mailt me vanuit zijn ziekenhuisbed: geen zorgen Ron, komt goed! Ja, ja, maar toch!

09.30 h
Twee witte bestelbussen parkeren voor ons huis. “We komen verhuizen, zijn jullie Ron en Petra?”, vraagt een vriendelijke mid aged man van Turkse afkomst.  “Eerst koffie, je collega ook?” Vraag ik. Het is een vrolijkerd, waardoor onze boys direct tot hem aangetrokken voelen. De ene grap na de andere vliegt over tafel. Ik ben wel wat teleurgesteld in de bestelbussen. Ik had een heuse vrachtwagen verwacht. Bij het kostersechtpaar Jan en Magda heb ik gisterenavond nog een grote bruine bank en twee leren bruine stoelen op de kop weten te tikken. De bank is van het type massief, groots en oer degelijk, wat vroeger nog heel gewoon was naast de grote koloniale eiken kast in de woonkamers. Ze zitten én liggen zo lekker. Bas kijkt bedenkelijk als ik voornemens heb de bank en de twee stoelen alvast met zijn collega en de bus op te halen. Het kostersechtpaar is er niet, maar de poort naar de tuin zou open moeten zijn.
Die bank is me wel een dingetje. Niet te tillen en lekker ongemakkelijk in het verplaatsen. Wel heel blij mee.
Bedankt Jan en Magda, we genieten er nog steeds van!

14.30 h
Het wil niet vlotten. Een uur over tijd. Peet heeft tussendoor wat broodjes van bij de bakker gehaald. Zeker is het gezellig. Er zijn vrienden langs geweest. Wim met zijn vrouw Alie die ons het allerbeste wensen. De goeie ouwe Wim, Gerrit’ noem ik hem altijd gekscherend en hij mij ‘Piet’, heeft ons met de beide eerdere verhuizingen geholpen. Het is toch even slikken, dat afscheid nemen. Ik vind het maar niks. Gewoon vertrekken doe ik het liefst. We zien elkaar toch weer!?
“Zie ik nu een traantje bij je skat?” Vraagt Peet.

16.15 h
Het is klaar! Het is gebeurd. De bussen geladen, het huis is schoon, onze tuut gereed. Peet haar zus Greet en schoonzussen Esther en Marian zwaaien ons uit. Ik voel niks als ik nog eens omkijk en uit het raam zwaai. Een raar dubbel gevoel overvalt me: afscheid nemen van waar ik deel van uit heb gemaakt en anderzijds de blijdschap, mijn droom die werkelijkheid wordt. Raar! Heel raar. de jongens hebben dat niet zo, die hebben zin in avontuur, alhoewel Benjamin zijn vriendjes gaat missen. Peet rijdt. Voor de jongens hebben we het achterin zo comfortabel mogelijk gemaakt, ingeklemd tussen de kattentrolley, die nu dienst doet als kattenbak voor Bram, en stapels strips om zich te vermaken. Aan elk hoofdsteun een schermpje voor hun neus met Buurman en buurman op het menu. We zijn veel later vertrokken dan we gehoopt hadden. Dat betekent de eerste file bij ‘bottleneck’ Hardinxveld-Giessendam. Het doet me niets. Ik ben nog verdoofd. Zo ook mijn autogenoten.

De Nederlandse grens, en over. We juichen. “Het is voor het echie mannen!” Brul ik enthousiast. En vrouw natuurlijk.
Onderweg een stop voor de rust en de kat. Brammetje heeft de hele weg bij Benjamin op schoot gezeten. In het begin vond Benjamin dat wel grappig. Nu zweet hij de auto uit. Brammetje is geen kleine jongen, geeft veel warmte af en heeft zo nu en dan een ‘stinkertje’ te blazen wat niet met blijde verwachting wordt verwelkomd. Een ‘nauwelijks hoorbare stink ruft’ noemt Benjamin dat, “dat zijn de ergste”. Een grote jongen draaien in de Trolley is niet wenselijk, daar gaan we de rest van rit last van houden. Voor dit moment hebben we daarom een katten uitlaat hals-romp band gekocht met een touwtje. Super makkelijk en veel bekijks op de parkeerplaats.  

22.00 h
Peet heeft een slaapplek geregeld in Hotel ‘Das Lam’. Klinkt best bijbels. De mevrouw bij de receptie overhandigd ons een sleutel van een familie kamer. Ze wijst een kant op met trappen. “Het zal toch niet weer hè!” Brom ik. Waar we als gezin ook boeken, we worden altijd op een zolder gedropt. Ver van de wifi en megaveel trappen. De weg loopt langs een bar, trappen op, een brug over een grote hal, trappetje af, trappetje op en…. ja hoor, de zolder! De enige in het hotel en wij hebben die!
De jongens zijn niet moe, ik ook niet. Het zal het avontuur zijn. “Zullen we Brammetje gaan halen boys?” “Hoe ga je dat doen pap?” Vraagt Jesse. “Mogen er wel katten mee het hotel in?” Vraagt Benjamin zich af.
Kat binnen gesmokkeld. Benjamin en Jesse nonchalant op de uitkijk, ik Brammetje onder een stapel jassen op mijn arm zo relaxed mogelijk langs de bar met mensen. Nu hopen dat het beestje het niet in de kop krijgt zich op dit moment te melden. De trappen op, gehaald. Yes! De jongens nemen de kattenbak mee op dezelfde manier.
“Heb je het gevoel dat je definitief weg bent uit Nederland, skat?” Vraag ik Peet.

Ik hoor vanaf het kussen iets van ‘nee’……