De laatste weken ontwaren we rare geluiden in huis. ’s ochtends vroeg zo tegen half zeven begint het. Het ratelt, het bonkt. Voor eventjes, dan stopt het om weer van voren af aan te beginnen. Dan is het weer stil. Peet heeft me de eerste keren verschrikt wakker gemaakt. Waarbij ikzelf van haar schrik verschrikt rechtop ga zitten. “Wat is dat? wat is dat?”, sist ze terwijl ze aan mijn schouder sjort. De eerste keren heb ik niet meer aandacht gegeven dan met de historische woorden: “het zal de kachel wezen die aanslaat skat!” Niet eens een gekke invalshoek als je weet dat zo rond die tijd de kachel voor het eerst na de nacht aan het werk moet om het huis van warmte te voorzien. Toch niet helemaal gerust op het lawaai heb ik in alle vroegte de laatste dagen het geluid proberen te lokaliseren. Gek genoeg als ik naast mijn bed sta en op het geluid af wil gaan is het weg. En het blijft weg, tot de volgende ochtend. Belachelijk! De jongens hebben het ook gehoord en grappen dat we een ‘huisspook’ hebben. Een echte heuse Herberg Zirbe ‘huisspook’! Ja, ja, de heren weten het leuk te brengen. Ze lezen veel te veel Donald Duckies, dat is het! Zo ’s ochtends lachen ze er smakelijk om als ze horen dat paps op z’n blote voeten het hele huis door sjeest op zoek naar waar de vermeende ‘spook’ geluiden vandaan komen. Helemaal om te gieren als ik zwetend en hijgend me kom melden: Nada! Noppes! Niets! Het geluid is weer weg! Jesse heeft zich zelfs eens verslikt in een boterham. ’s Avonds is het anders gesteld met de heren. Dan is het best donker en het huis groot en leeg als ze naar bed moeten. Kom ik op de proppen met: “weten jullie nog die enge geluiden….?” dan zie ik ineens bleke bekkies. Kijk, dat vind ik nu om te gieren.
Tot vanochtend. Juist terug van een bezoekje aan een zekere plaats: het geluid! Bonk, bonk, bonk. Ratatak, ratatak, bonk….. Ik vlieg naar de kelder richting Heizung. Het geluid neemt af! Das raar, dat had ik niet verwacht. Direct terug, stilstaan en luisteren in de hoop dat het terugkomt…… Van boven, het komt van boven bij de slaapkamers. Ik ren, ik vlieg! Eerste verdieping: stilstaan en luisteren. Daar is het weer. Nu veel luider: Bonk, bonk, ratatak….. Wat gek, het komt uit kamer zeven vandaan. Heel voorzichtig open ik de deur naar de master bedroom en gluur voorzichtig door de kier. Het gevoel om een heuse spook te kunnen ontmoeten of misschien wel een vreemdeling die ons huis is binnen gedrongen beneemt me even de adem. Belachelijk natuurlijk, spoken! ‘Pwa, doe eens even gewoon zeg!’
Maar toch….!!
Het geluid is luider nu, het komt bij het raam vandaan. Met één oog kijk ik om het hoekje en zie wat ik nooit had verwacht: een grote zwarte raaf in gevecht met de spiegeling van het raam. Het bonkt met de kop en ragt met de snavel herhaaldelijk tegen het dubbelglas en niet zo zachtjes ook. De vleugels wijd gespreid. Opgelucht dat het ‘spook’ een territorium driftige raaf is, sjor ik Peet dit keer eens flink aan haar schouder. Vermoeid opent ze een oog. “Het is een raaf, het is een raaf die………..!”