Uit het dagboek van Ron:
Ik ga maar eens naar buiten en kijken wat de dag ons brengt. Ik denk eerst de buuf’ van hout voorzien en dan de bioafval wegbrengen. Als ik me buiten meldt zit Peet op een stoel bij buuf’ voor het huis. De buuf’ staat er naast met haar ‘karretje’, muts van de trui half op haar hoofd. “Ha Ron!” Ze wijst naar Peet haar voeten. “Das ist nicht gesund hè?” Ik kijk naar Peet haar voeten en noteer dat ze in haar slippers rondloopt zonder sokken. Veel te koud natuurlijk. Of het zonnetje nu schijnt of niet, nul graden Celsius blijft nul graden Celsius. Ik kan mijn vrouw niet altijd volgen hoor, binnen heeft ze het altijd koud. Wij mannen willen de kachel op drie, wat heel normaal is, Peet het liefst voorbij de vijf, maar dat heeft de kachel niet. De buuf’ kan ons Hollanders maar niet begrijpen, we lopen ook nog eens zonder muts en sjaal rond. Nou, dat met die blote voeten geef ik haar gelijk, das raar natuurlijk. Als kanttekening vermeld ik erbij dat mijn vrouw wel van een uitzonderlijk bijzonder soort is. Maar dat met die muts…..: “Houd je voeten warm en je hoofd koel!”, Zeg ik tegen haar in het Duits. Ze knikt. “Ik vind de Oostenrijkers maar rare jongens! Zeg ik. “Kachel op max, zelfs in winkels en restaurants, mutsen en sjalen om, das pas ongezond!”, opper ik. Ze knikt weer. Twee – één voor mij, yessss. Ik neem haar bio mee.
De jongens willen picknicken of iets anders doen vandaag. Ik kijk Peet aan. Die denkt even na en zou het leuk vinden om te gaan rodelen bij de Würfele hütte, in Virgen. Dat rodelen doe je met een echte slee van een besneeuwde weg vanaf de hut, 2,1 km naar beneden roetsjen. Met een taxi, die de hut zelf bestierd, of met de benenwagen kun je omhoog. Bij de hut kun je wat drinken of eten om dan uiteraard met een slee naar beneden te glijden. De jongens hebben er zin in en ik ook. De laatste keer dat ik van een flinke helling af gesleed ben dateert uit mijn jeugd: het ‘Kopje van Bloemendaal’ in de buurt van Haarlem. Maar die haalt het bij lange na niet wat ons nu te wachten staat. Nou boys, skibroeken aan en gaan met die banaan. Peet rijdt, ik geef de route aan. De route zou via de skipiste van Virgen kunnen maar dan moet je, nu met die sneeuw, 4 wiel aandrijving met sneeuwkettingen hebben. Het wordt aangeraden om via Niedermauern te rijden. De weg is redelijk begaanbaar. Er is geen sneeuw geruimd maar een beetje zand gestrooid. That’s it. Het blijft toch een beetje glad en de auto wil uitbreken. Best leuk om zo te rijden. Links van ons passeren we hijgende langlaufers. Er blijkt een heuse langlaufbaan aangelegd en een wedstrijd aan de gang te zijn. Even verderop schalt een speaker. Peet lijkt het wel wat dat langlaufen. Minder riskant om iets te breken dan met skiën. We zetten de auto op een besneeuwde parkeerplaats neer. Een groot spandoek kondigt het einde van de rodelbaan aan. Ik bel het nummer wat op het spandoek staat voor een taxi. Vier euro per persoon brengt het ons naar boven. Met tien minuten rijdt een busje voor. De man, een vrolijke Oostenrijker stapt uit en zet eerst 6 sleeën achter in de bus. De boys en Peet stappen achterin en ik dan maar voor. Daar gaan we dan. De man is nieuwsgierig en vraagt waar we vandaan komen. Ik leg het riedeltje uit wat ik al zoveel verteld hebt: onze emigratie. Nu willen we het rodelen eens proberen zodat we onze gasten kunnen inlichten over deze attractie. De weg naar boven is besneeuwt en platgereden. Zonder vierwiel drive is het onmogelijk de weg omhoog te rijden. “Sneeuwkettingen is niet nodig”, zegt hij. Hotsend en klotsend denderen we in een heerlijk cadans omhoog om de rodelbaan heen. Boven ligt de hut er vredig bij in de volle zon. Enkele gasten nuttigen op hun gemak een drankje. Om de hut staan de sleeën op hun ‘gat’ klaar om gebruikt te worden. Ik ben benieuwd maar eerst een Kaiserschmarrn en een koffietje. Lekker buiten in het zonnetje. Twee mannen pakken een slee. Nieuwsgierig geworden lopen de boys en ik naar de veranda om het rodelen gade te slaan. Nou, nou, dat gaat best hard zeg. De rodelbaan is grotendeels niet afgezet. Een bocht verkeerd en een vrije val langs de beboste helling met je sleetje is je cadeau. Brrrr. Goed sturen dus! Ik heb er zin in. Ik wil afrekenen met de eigenaar en vraag naar folders en eventueel een poster van deze hut maar die wil van betalen niets weten. Hij overhandigd me een stapel folders en een poster, “veel plezier!” en schudt me de hand. Aardige knapen, die Oostenrijkers!
Peet wil eigenlijk niet sleeën, ze slikt even en pakt toch dapper een slee. Ik leg uit hoe je het beste sturen en remmen kunt. Dat sleeën vind ik gaaf maar met publiek voel ik me toch iets minder zeker. Laat staan voor Peet! “Ik let wel een beetje op mama, paps!” roept Jesse. Met een jubelkreet zet Benjamin af en daar gaat hij. De eerste steile 90 graden bocht is al direct een uitdaging. Ik slik en zet af. Wow, wat gaat dat hard zeg. Beide voeten plat op de grond kan ik de slee goed in bedwang houden. Ik nader Benjamin gestaag en niet veel later ben ik hem voorbij. Door mijn enthousiasme vergeet ik op tijd te remmen voor een bocht. Met alle macht proberen de slee in de bocht te krijgen zonder rechtdoor hop langs de afrastering volgens de onrechtmatige weg de berg af te denderen. Aaargh, net an! Das toch even zweten. “Die pap toch”, hoor ik mijn jongste brullen. Hij zat blijkbaar vlak op mijn hielen en is achter mij gestopt om eens een flinke deuk te lachen om zijn vader. Nou, vooralsnog ben ik sneller dan hij, Ha. Het zal door mijn gewicht komen, maar dat ga ik niet aan zijn neus hangen. Aan het einde van de rit, daar waar het spandoek hangt heb je als sleeër de keuze: op eigen kracht stoppen of de natuurlijke vorm, een helling omhoog. De laatste tweehonderd meter is lekker recht zo die gaat knal hard naar beneden. Tranen van de wind en de kou worden uit mijn ogen gezogen. Benjamin kiest voor de helling en komt juichend tot stilstand. Ik kies voor mijn eigen vermogen natuurlijk. Das nog flink aanpoten om het zaakje op tijd tot stilstand te krijgen zeg. Gaaf! Vijf minuten later suizen mijn vrouw en Jesse de laatste helling af. Jesse heeft zoveel sneeuw in zijn schoenen gekregen dat hij niet weet hoe rap hij ze uit moet trekken.
De jongens brullen in koor dat ze nog een keer willen. Zelfs Peet wil nog eens. Nou, dan bellen we de taxi………….. Drie keer zijn we naar beneden gesjeesd. Drie keer een bijzondere ervaring om nooit te vergeten. Lekker kneuterig, een gezellige eigenaar, niet duur en niet druk. een top attractie!